Open brief

Aan de gemeente en kerkenraad van GKv Capelle a.d. IJssel-Noord

Zwolle, 20 april 2021

Geliefde broers en zussen in Christus,

Afgelopen week kreeg ik uw brief aan de kerken in ons kerkverband d.d. 31 maart 2021 onder ogen, waarin u uw oordeel geeft over de behandeling door de GS Goes 2020 van de revisieverzoeken inzake toelating van zusters tot alle ambten. U vraagt in uw brief om uw visie te toetsen en u als kerkenraad duidelijk te maken of uw visie terecht is of niet. Omdat ik als oud-lid van uw gemeente en als betrokken GKv-er met u verbonden ben, voldoe ik graag aan uw verzoek. Net als u ligt de eenheid in Christus en de verbondenheid in het christelijk geloof mij na aan het hart.

Hierbij bied ik u het resultaat aan van mijn analyse van het door u geschreven document. Ik heb mij daarin strikt beperkt tot de door u opgeworpen vraagstelling, namelijk of uw oordeel terecht is dat de GKv synode zich boven het woord van God verheven heeft door de vrouw in het ambt toe te laten. Mijn conclusie is dat uw argumentatie ter onderbouwing van dit oordeel niet deugdelijk is en dat daarom uw oordeel dat de synode haar besluiten in strijd met Schrift en belijdenis genomen heeft, geen stand kan houden. U gaat namelijk m.i. uit van onjuiste premisses, waardoor uw conclusies niet geldig zijn. Graag leg ik u mijn bevindingen ter overweging voor, in de verwachting dat u daar even zorgvuldig naar zult kijken als u ons als kerkgemeenschap gevraagd hebt inhoudelijk aandacht te schenken aan de door u aangedragen zaken en punten van overweging.

Ik vraag u om mijn analyse niet te lezen en te beoordelen als een verdediging van de visie, dat het toelaten van de vrouw in het ambt bijbels verantwoord is. Hoewel uiteraard elementen uit deze analyse in zo’n verdediging ook een plek zullen krijgen, vergt een Schriftuurlijke verantwoording een uitgebreidere en een meer omvattender argumentatie. Daarnaast zal in zo’n verantwoording ook aandacht gegeven moeten worden aan de manier, waarop wij op grond van de bijbel tot conclusies kunnen en moeten komen in zaken als de vrouw in het ambt. Wanneer u daar behoefte aan hebt, ben ik graag bereid om hierin mee te denken en een bijdrage aan uw bezinning te leveren.

Mijn persoonlijke overtuiging is dat God in gezamenlijke eenheid aan man en vrouw de taak heeft gegeven eerst de hof en later de hele aarde te bouwen en te bewaren, wat geldt voor alle terreinen van het leven, zowel in het gezin, huwelijk, samenleving als het kerkelijk leven, zonder onderscheid, ieder naar de gaven en talenten die hij/zij persoonlijk gekregen heeft. In Christus en verbonden door zijn Geest hebben wij opnieuw als mannen en vrouwen de mogelijkheid ontvangen om deze gezamenlijke taak uit te voeren. Zoals Paulus in zijn tijd daar samen met andere broers en zussen in verantwoordelijke en ook ambtelijke posities in het kerkelijk leven vorm aan gaf, mogen wij dat vandaag in onze tijd en cultuur evenzo doen.

Overigens verbaast het mij ten zeerste dat u het onderwerp ´vrouw en ambt´ als kerkscheidend ziet. Van uw oud-predikant ds. Ad Kooy, onder wiens gehoor wij in Capelle mochten zitten, hebben wij onderwijs gekregen over het evangelie van de lege handen en de hemelse leer van de zaligheid. Waar dit evangelie zoals wij daar getuigenis van afleggen in de gereformeerde belijdenisgeschriften, in het geding is, is vermaan en tucht noodzakelijk. In zaken die daar buiten gaan hebben wij elkaar als gereformeerden niet te binden, maar zullen wij elkaar in vrede moeten zoeken en vinden. Als GKv hebben wij ons altijd verzet tegen elke bovenschriftuurlijke binding in welke vorm dan ook.

Laat ik mogen besluiten met een persoonlijke noot. Op Hemelvaartsdag 1994 mocht onze oudste dochter in de kerk aan de Bermweg gedoopt worden, waarbij ds. Ruud ter Beek ons op grond van de brief aan de Hebreeën bemoedigde met de levenslijn die wij in het geloof met Christus hebben en dat wij onszelf met onze kinderen daaraan vast mogen haken. Ik vind het mooi dat vandaag ook Maria’s die als leerlingen aan de voeten van Jezus hebben gezeten, dochters van de kerk van Capelle, in hun volwassenheid dat geloof willen delen door ook zelf namens Christus als verkondigers in onze kerken op te treden en zo anderen willen verbinden met God en Christus, bij wie wij als wij hulp nodig hebben in dit leven, genade en barmhartigheid mogen vinden, (Hebr. 4:16).

In Christus verbonden, met hartelijke groet,

Fokke Pathuis

Bijlage: