Leef in al je relaties vanuit de houding van Christus

Op zaterdag 1 juli a.s. vindt in het Nationaal Theater in Den Haag de nationale herdenking van Keti Koti plaats, want 150 jaar geleden is de slavernij in Suriname afgeschaft.

Officieel al op 1 juli 1863, maar in de praktijk pas in 1873. Want een groot deel van de tot slaaf gemaakten moest nog 10 jaar lang onder staatstoezicht op de plantages werken om de “schade van deze maatregel” voor de plantagehouders te beperken. Daarom stopte de slavernij voor velen pas echt in 1873. Toen was het pas echt Keti Koti, toen werden de ketenen pas echt verbroken.

Afgelopen week werden we met iets soortgelijks geconfronteerd in het dossier over de aardbevingsschade in Groningen.

Ook al was het in 2013 duidelijk dat vanwege de veiligheid van de Groningers de gaswinning teruggeschroefd moest worden, toch duurde het bijna 10 jaar voordat de ministerraad hier uiteindelijk toe besloot. Vanwege de economische belangen en de dreiging van miljardenclaims van de grote oliemaatschappijen werd de aardbevingsschade van de Groningers al die tijd als nevenschade geaccepteerd.

Dit is de actualiteit van de leefregels die Paulus in Efeziërs formuleert voor de omgang tussen mannen en vrouwen, ouders en kinderen, heren en slaven, en in het verlengde daarvan die tussen werkgevers en werknemers, en ook die tussen de overheid en zijn burgers.

Wat zijn de principes die het concrete gedrag aansturen en welke zijn de soms onzichtbare machten die de ordening van de samenleving bepalen en zo het handelen van ieder mens in zijn verschillende relaties vormen of misvormen?  


Preek over Efeziërs 5:21-6:9, gehouden op zondag 11 juni 2023 in de samenwerkingsgemeente CGK/NGK Het Lichtbaken te Zoetermeer: https://fpathuis.files.wordpress.com/2023/06/preek-efeziers-521-64-2.pdf

Leven in de nieuwe orde van de Geest

“We waren aan de wet geketend, maar nu zijn we bevrijd; we zijn dood voor de wet, zodat we niet meer de oude orde van de wet dienen, maar de nieuwe orde van de Geest,” (Romeinen 7:6)

[Schriftwerk in Gereformeerd Kerkblad d.d. 23 juni 2023, door Fokke Pathuis.]

De eeuwen door is de plek van de wet in het christelijke geloof onderwerp van discussie geweest. Je lijkt Paulus aan je zijde te hebben, wanneer je betoogt dat de wet van het Oude Verbond afgeschaft is ten gunste van het leven in de vrijheid van de Geest. Toch is in de gereformeerde theologie altijd het pleit gevoerd voor de visie, dat er een positieve relatie is tussen de wet en de Geest. ‘Want de Geest brengt tot het vervullen van de eis der wet.’ (W.H. Velema).

Vrucht dragen

In Rom. 7:4 heeft Paulus de uitdrukking ‘dood voor de wet’ ook al gebruikt. Daar bracht hij het ‘dood voor de wet’-zijn in relatie tot het gedoopt zijn in Christus. Als je gedoopt bent, dan ben je met Christus gestorven en opgewekt. Daardoor heeft Christus het eigendomsrecht op jou gekregen. Hij heeft het nu voor het zeggen in jouw leven. Het eerste dat hij gedaan heeft, is dat hij je een nieuw leven geeft, het nieuwe leven dat Christus zelf ook gekregen heeft toen hij uit de dood werd opgewekt. En het doel van dat nieuwe leven is dat je als gelovige vrucht zult dragen voor God.

‘Geketend-zijn aan de wet’ betekende, dat wij niet in staat waren vrucht te dragen. We leefden wel, we brachten wel vruchten voort, maar die leidden slechts tot onze dood. Want als we met behulp van de maatstaf van de wet ons leven beoordelen, dan wordt duidelijk dat we schuldig staan voor God, omdat duidelijk wordt dat onze daden als zonde gelabeld moeten worden, (3:19-20). Daarom zijn wij onderworpen aan de toorn en het oordeel van God, wat betekent dat wij de dood verdienen, (1:32).

Abraham en Mozes

Maar dat is niet einde oefening voor de mens, want het hele verhaal over de wet is breder dan dit. God neemt mensen als rechtvaardig aan zonder dat daar een prestatie tegenover staat. Het grote voorbeeld daarvan is Abraham, maar ook David kan daarvan getuigen: ‘Gelukkig de mens die door God rechtvaardig wordt verklaard zonder dat hij enige verdienste heeft,’ (4:7). De belofte van leven geldt voor ieder die net als Abraham God op zijn woord gelooft. Dat is dan ook het evangelie, dat Paulus mag verkondigen. Iedereen die zijn vertrouwen stelt op God, die zal als rechtvaardige het leven ontvangen, (1:17). Dat geldt niet alleen het Joodse volk, maar ook heidenen die niet besneden zijn, omdat God die belofte al aan Abraham gaf, toen hij nog onbesneden was, (4:11).

Wat was de functie van de wet van Mozes dan? Niet dat daardoor verklaard kan worden, dat de dood in deze wereld heerst. Want de dood was er al voordat de wet afgekondigd werd. Door Adam is de zonde de wereld ingekomen, en daardoor ook de dood, (5:12). De wet van Mozes brengt echter onder woorden wat zonde is en legt ook de schuld vast. Dit betekende dat door de wet de overtredingen toenamen, maar ‘waar de zonde toenam, werd ook de genade steeds overvloediger.’ De vrijspraak dankzij Jezus Christus leidt tot het eeuwig leven, (5:20-21).

De nieuwe orde

Maar wanneer door Christus er een einde gekomen is aan de orde van de wet, is daarmee de functie van de wet ook opgeheven? In ieder geval betekent de nieuwe orde van de Geest niet, dat wij vrijuit mogen zondigen. Dat kan niet, omdat wij nu onder een andere heer vallen, namelijk Christus. Je mag je niet meer als een slaaf van de zonde gedragen. Door Christus ‘bevrijd van de zonde, hebt u zich in dienst gesteld van de gerechtigheid om heilig te leven,’ (6:18-19). Ook blijft staan dat de wet heilig is en de geboden heilig, rechtvaardig en goed. De wet is zelfs ‘het werk van de Geest,’ (7:14). Maar door de zonde die nog steeds in de gelovige is, is er een innerlijke strijd tussen het met het verstand instemmen met de wet van God en in de praktijk nog beheerst worden door de zonde.

De nieuwe orde is dat de gelovige die door God als rechtvaardig is aangenomen, zich laat leiden door de Geest van Christus, en zo levend gemaakt door de Geest zijn zondige wil doodt, (8:10-11). Dat doe je door als volwassen kinderen van God je af te keren van het kwade en je gezindheid te vernieuwen. Paulus geeft daar allerlei aanwijzingen voor, maar de kern daarvan is elkaar liefhebben en je omkleden met Jezus Christus, (12:1-13:14). Of zoals Paulus het elders zegt: in navolging van het voorbeeld van God en van Christus door de Geest de weg van de liefde te gaan, (Ef. 5:1-2), en je zo door Hem laten transformeren naar het beeld van Christus, (2 Kor. 3:18).

De kerk in een nieuw tijdperk [1]  

De Tsjechische priester en hoogleraar Filosofie & Sociologie Tomás Halík is bekend geworden door zijn boek ‘Geduld met God’ (2014) dat ging over twijfel als de brug tussen geloven en niet-geloven. Sindsdien verschenen negen boeken van hem in Nederlandse vertaling. In het meest recente bezint hij zich op de toekomst van het christendom. Daarbij neemt hij verschillende thema’s uit eerdere boeken op en schetst hij zijn verlangen naar een nieuwe reformatie van de kerk als antwoord op de huidige crises in de samenleving en de kerk.

Door Fokke Pathuis

Wanneer Halík spreekt over de toekomst van de kerk, heeft hij het vooral over de R.K.-kerk. Daar is de geloofwaardigheid van de kerk steeds meer onder druk komen te staan, iedere keer dat er een groot aantal gevallen van seksueel en psychologisch misbruik aan het licht kwam. Verder neemt niet alleen het aantal priesterroepingen al langer drastisch af, maar heeft de Katholieke Kerk ook veel leden verloren in landen in Europa en Latijns-Amerika die traditioneel het ‘meest katholiek’ waren.

Drie stadia

Deze ontwikkelingen passen in een breder patroon waarin de betekenis en de waardering van het christelijk geloof in de westerse samenleving door de secularisatie sterk aan erosie onderhevig is. Het gaat Halík erom hoe het christelijk geloof zich zal kunnen transformeren, zodat het een belichaming krijgt in de huidige postmoderne en postmaterialistische cultuur en samenleving.

Halík onderscheidt in de geschiedenis van het christendom drie stadia: als eerste de ochtend tijdens de premoderne tijd, vervolgens de tijd van de middagcrisis tijdens de periode van secularisatie in de moderne tijd, en als derde de komende namiddag van het christendom in een vorm die zich nu al aankondigt tijdens het uiteenvallen van de moderne wereld.

Ontlediging

Het christelijk geloof was tijdens de eerste periode het totale leven – politiek, sociaal, cultureel en spiritueel –  omvattend en werd de gemeenschappelijke taal van een groot deel van de wereld. Dit was het christendom als omvattende religie. In de moderne tijd viel de ‘christelijke beschaving’ uiteen en werd de gemeenschappelijke taal die van de wetenschap, de kunst, het nationalisme, de seculiere wereldbeschouwing en de kapitalistische economie. Het christelijk geloof werd één van de vele sectoren van het maatschappelijk leven, terwijl kerkelijk gezien het in vele denominaties en kerken uiteenviel, door Halík getypeerd als een christendom als confessie.

Voor de derde periode pleit Halík voor een ‘kenotisch’ christendom, waarin de kerk zich op dezelfde wijze ‘ontledigt’ zoals Christus zijn Godheid opgegeven (Fil. 2:6-11) heeft, toen hij als mens geboren werd en zijn weg naar het kruis ging. Er is pas nieuw leven voor de kerk mogelijk, wanneer zij deelt in het middagduister van het neerdalen in de hel. Samenvattend noemt hij dat de tijd gekomen is voor de ‘zelftranscendentie van het christendom’. Ze moet haar grenzen overschrijden en alle mensen dienen, en zo een leven leiden dat gedragen wordt door geloof, hoop en liefde.

Persoonlijk geloof

Er zijn een aantal elementen uit de analyse van Halík die volgens mij ook voor ons van belang zijn.

Allereerst dat wanneer religiositeit niet wordt omgezet in een persoonlijk geloof, het christendom slechts een ‘cultuurreligie’ wordt die als gevolg van de sociaal-culturele veranderingen snel zal verdwijnen. Het leven uit geloof zal existentieel geworteld moeten zijn. De kerk zal moeten inzetten op een voortdurende vorming van de gelovigen. Ten tweede dat de institutionele vorm van het christendom veranderingen en crises doormaakt, maar dat het belang van religieuze instituties niet onderschat moet worden. En ten derde dat de kerk een relatie zal moeten aangaan met de geestelijke zoekers in de dienst van de ‘geestelijke begeleiding’. Punten van bespreking zijn de verhouding van geloof als inhoud en als ervaring, en zijn visie op ‘anoniem christendom’ en op de ‘universele Christus’.

Al met al een stimulerend boek om in een kritisch gesprek over de toekomst van de kerk door te denken en een richting te zoeken.  

N.a.v. Tomás Halík, De namiddag van het christendom. Op weg naar een nieuw tijdperk, Utrecht: Amsterdam: KokBoekencentrum Uitgevers, 2023, 272 pagina’s, €27,99, E-book: € 17,99.


[1] Recensie in Gereformeerd Kerkblad d.d. 9 juni 2023