Leven in de nieuwe orde van de Geest

“We waren aan de wet geketend, maar nu zijn we bevrijd; we zijn dood voor de wet, zodat we niet meer de oude orde van de wet dienen, maar de nieuwe orde van de Geest,” (Romeinen 7:6)

[Schriftwerk in Gereformeerd Kerkblad d.d. 23 juni 2023, door Fokke Pathuis.]

De eeuwen door is de plek van de wet in het christelijke geloof onderwerp van discussie geweest. Je lijkt Paulus aan je zijde te hebben, wanneer je betoogt dat de wet van het Oude Verbond afgeschaft is ten gunste van het leven in de vrijheid van de Geest. Toch is in de gereformeerde theologie altijd het pleit gevoerd voor de visie, dat er een positieve relatie is tussen de wet en de Geest. ‘Want de Geest brengt tot het vervullen van de eis der wet.’ (W.H. Velema).

Vrucht dragen

In Rom. 7:4 heeft Paulus de uitdrukking ‘dood voor de wet’ ook al gebruikt. Daar bracht hij het ‘dood voor de wet’-zijn in relatie tot het gedoopt zijn in Christus. Als je gedoopt bent, dan ben je met Christus gestorven en opgewekt. Daardoor heeft Christus het eigendomsrecht op jou gekregen. Hij heeft het nu voor het zeggen in jouw leven. Het eerste dat hij gedaan heeft, is dat hij je een nieuw leven geeft, het nieuwe leven dat Christus zelf ook gekregen heeft toen hij uit de dood werd opgewekt. En het doel van dat nieuwe leven is dat je als gelovige vrucht zult dragen voor God.

‘Geketend-zijn aan de wet’ betekende, dat wij niet in staat waren vrucht te dragen. We leefden wel, we brachten wel vruchten voort, maar die leidden slechts tot onze dood. Want als we met behulp van de maatstaf van de wet ons leven beoordelen, dan wordt duidelijk dat we schuldig staan voor God, omdat duidelijk wordt dat onze daden als zonde gelabeld moeten worden, (3:19-20). Daarom zijn wij onderworpen aan de toorn en het oordeel van God, wat betekent dat wij de dood verdienen, (1:32).

Abraham en Mozes

Maar dat is niet einde oefening voor de mens, want het hele verhaal over de wet is breder dan dit. God neemt mensen als rechtvaardig aan zonder dat daar een prestatie tegenover staat. Het grote voorbeeld daarvan is Abraham, maar ook David kan daarvan getuigen: ‘Gelukkig de mens die door God rechtvaardig wordt verklaard zonder dat hij enige verdienste heeft,’ (4:7). De belofte van leven geldt voor ieder die net als Abraham God op zijn woord gelooft. Dat is dan ook het evangelie, dat Paulus mag verkondigen. Iedereen die zijn vertrouwen stelt op God, die zal als rechtvaardige het leven ontvangen, (1:17). Dat geldt niet alleen het Joodse volk, maar ook heidenen die niet besneden zijn, omdat God die belofte al aan Abraham gaf, toen hij nog onbesneden was, (4:11).

Wat was de functie van de wet van Mozes dan? Niet dat daardoor verklaard kan worden, dat de dood in deze wereld heerst. Want de dood was er al voordat de wet afgekondigd werd. Door Adam is de zonde de wereld ingekomen, en daardoor ook de dood, (5:12). De wet van Mozes brengt echter onder woorden wat zonde is en legt ook de schuld vast. Dit betekende dat door de wet de overtredingen toenamen, maar ‘waar de zonde toenam, werd ook de genade steeds overvloediger.’ De vrijspraak dankzij Jezus Christus leidt tot het eeuwig leven, (5:20-21).

De nieuwe orde

Maar wanneer door Christus er een einde gekomen is aan de orde van de wet, is daarmee de functie van de wet ook opgeheven? In ieder geval betekent de nieuwe orde van de Geest niet, dat wij vrijuit mogen zondigen. Dat kan niet, omdat wij nu onder een andere heer vallen, namelijk Christus. Je mag je niet meer als een slaaf van de zonde gedragen. Door Christus ‘bevrijd van de zonde, hebt u zich in dienst gesteld van de gerechtigheid om heilig te leven,’ (6:18-19). Ook blijft staan dat de wet heilig is en de geboden heilig, rechtvaardig en goed. De wet is zelfs ‘het werk van de Geest,’ (7:14). Maar door de zonde die nog steeds in de gelovige is, is er een innerlijke strijd tussen het met het verstand instemmen met de wet van God en in de praktijk nog beheerst worden door de zonde.

De nieuwe orde is dat de gelovige die door God als rechtvaardig is aangenomen, zich laat leiden door de Geest van Christus, en zo levend gemaakt door de Geest zijn zondige wil doodt, (8:10-11). Dat doe je door als volwassen kinderen van God je af te keren van het kwade en je gezindheid te vernieuwen. Paulus geeft daar allerlei aanwijzingen voor, maar de kern daarvan is elkaar liefhebben en je omkleden met Jezus Christus, (12:1-13:14). Of zoals Paulus het elders zegt: in navolging van het voorbeeld van God en van Christus door de Geest de weg van de liefde te gaan, (Ef. 5:1-2), en je zo door Hem laten transformeren naar het beeld van Christus, (2 Kor. 3:18).